Mogen wij U voorstellen....
De redactie in
gesprek met de burgemeester op 24 juni 2009.

Burgemeester dit is een “kontakt” van 1969. Kijkt u dit blad
even door, gewoon even bladeren en dat ziet u dat het maar een
heel klein blaadje is en dat het eigenlijk niet veel voorstelt
en het had toch een bepaalde binding met het dorp, en wat heel
erg opvalt zijn de paar advertenties die er in staan. Een als
je daar naar kijkt en je kijkt vervolgens in het laatste nummer
van dit jaar wat valt u dan op?
“Dat ze ook weer terugkomen in dit blad?”
Nou, het opvallende is dat toen alleen maar advertenties van
winkels en bedrijven uit Nieuw Balinge in kontakt stonden en dat
nu het grootste deel van de advertenties van ‘ buiten’ komen.
Als bewoners van Nieuw Balinge maken wij ons bezorgd over het
verdwijnen van winkels en bedrijfsleven, waardoor dit dorp in
een bepaald isolement komt.
Is dat uw beeld ook?
“ Nou nee, echt niet, Isoleren dan zou het wereldvreemd zijn,
geen contacten hebben en dergelijke en daar geloof ik niets van.
En dat is ook de werkelijkheid niet. Het is natuurlijk een feit
dat de winkels weg zijn, maar als ik zie hoe het dorp leeft met
al zijn verenigingen en clubs en de onderlinge contacten,
dan denk ik - daar waar gesproken wordt van ontvolking op het
platte land- is hier geen sprake van, ik zie hier nieuwbouw, je
ziet activiteiten en je hoort dat mensen hier graag wonen
vanwege het gebied rondom dit dorp, de saamhorigheid. Ik maak
mij daarom nog weinig zorgen over de toekomst”
Ook niet als waarschijnlijk binnenkort het grote aantal woningen
uit ‘De Breistroeken’ bij het woningquotum wordt gevoegd?
“Daar geloof ik één twee drie nog niet in als dat gaat
gebeuren. Kijk, dan kun je het beter in de huidige situatie
laten als ‘recreatiestaat’ met permanente bewoning en gedogen.
Als hierdoor het bouwquotum zou verdwijnen dan zou dat een forse
aderlating zijn. Dat zou dus betekenen dat er niet meer gebouwd
kan worden. Je krijgt zo bij zo geen toestemming om -zeg maar-
in eens een 80 tal woningen er bij te bouwen. Ik denk niet dat
de gemeente dit laat gebeuren”
Dit overkomt u. U wordt burgemeester van deze gemeente, waar het
gedoogbeleid jaren geleden al is ingezet.
“Ja, je komt voor een deel in een rijdende trein terecht en die
rijdt verder en de burgemeester evenals de raad en wethouders
zijn tijdelijke bestuurders van die trein en toch zijn wij met
z’n allen in staat die trein tijdens de rit een andere
bestemming te geven.
Hoe lang bent U al burgemeester.
“Al 7 jaar ben ik burgemeester. Oorspronkelijk kom ik uit Noord
Holland. Vlak bij Hoorn uit een heel klein dorpje. Nog kleiner
dan Nieuw Balinge. Er stonden maar ca.100 huizen”
U weet dus wat het is, wonen in een kleine gemeenschap.
“Ja, Mijn vorige gemeente ‘Vlagtwedde’ had ook heel kleine
woonkernen.
Daarvoor heb ik in Zeewolde gewoond. De gemeente bestond al,
maar Zeewolde moest nog gebouwd worden. Ik was daar boer en al
gauw zat ik in de gemeenteraad en daar ben ik later ook
wethouder geworden. Zeewolde was duidelijk een groeigemeente,
maar Vlagtwedde een gemeente met veel woonkernen en daar zijn
ook dorpen, waar voorzieningen zoals winkels zijn verdwenen.
Maar het hebben van een eigen dorpshuis, het hebben van een
eigen school, dat is zeker zo belangrijk als het hebben van
winkels. Sterker nog, ik denk dat een eigen dorpshuis en school
veel belangrijker is dan het hebben van winkels, want vaak zie
je nog wel eens in dorpen een slagerijtje, bakker of een
winkeltje, die enkel en alleen nog maar gebruikt worden voor de
–vergeten- boodschappen. Echt winkelen en boodschappen doen
gebeurt elders bij de grote zaken. Dus voor de slager en bakker
is het dan op termijn een aflopende zaak”
Maar voor de oude bewoners wordt het toch heel vervelend dat zij
zelf niet meer in staat zijn boodschappen te doen. Die komen
toch echt niet voor de –vergeten- boodschappen. Zij komen daar
voor hun levensonderhoud.
“Ik zeg niet dat het geen verarming is voor het dorp, maar als
je kijkt naar waar het werkelijk in een dorp om gaat qua
leefbaarheid en dergelijke dan denk ik ‘je kunt beter zonder een
winkel, dan zonder een dorpshuis en eigen school’. Natuurlijk
wil je alles in je dorp, maar ja dat is niet meer zo. Dat is
geweest. Niet alleen hier, maar overal op het platte land.
Wij woonden vroeger 15 kilometer van het dorp. Midden in de
vergetelheid. Dat wist je en het had zo zijn charme. Mijn vrouw
ging één keer in de week de boodschappen doen en alles werd in
een grote vriezer gedaan. Als je zo gewend bent te leven, dan is
dat niet erg”
Bent u getrouwd?
“Ja, al 35 jaar. Ik was 21 jaar toen ik trouwde. We hebben twee
zonen en een dochter. Ze zijn alle drie getrouwd. Eén heeft er
twee kinderen en die andere twee hebben ieder één kind. Mijn
middelste zoon woont op de boerderij”
U, van herkomst een boer, wat vindt u wat hier in de omgeving
van Nieuw Balinge thans plaats vindt. “Boeren verkopen hun
gronden aan Natuurmonumenten, die op haar beurt deze gronden
ontdoet van de cultuurbodemlaag en het hele gebied inricht voor
nieuwe natuur, zodat het geheel zich samenvoegt met de oude
natuur. Wat vindt u van deze ontwikkeling?
“In de gemeente zijn gronden, gebieden die voor
landbouwdoeleinden niet goed genoeg zijn en waar het logisch is
om daar weer natuurgronden van te maken. Omgekeerd zijn er ook
gronden, die goed voor landbouw zijn, zoals bij voorbeeld in
Flevoland. Dan doet mijn hart pijn als zoiets gebeurt”
Bedoelt u ook dat gebied in oost Groningen -De Blauwe stad-?
“Nee, Daar is het laagste punt van Groningen. Altijd nat en
beslist niet de beste grond.
Je hebt in Nederland voor al die 17.000.000 mensen ruimte nodig.
Wil je wonen en recreëren. Dus dat niet alle landbouw gronden
daarvoor aangewend kunnen blijven is zo zeker als twee maal twee
vier is. Er moeten keuzes worden gemaakt”
Waar ik meer moeite mee heb is dat de natuur beperkingen aan de
landbouw oplegt. Waar is dat nou voor nodig. Boeren die hun
gronden hebben die grenzen aan de natuurgebieden worden
beperkingen opgelegd en omgekeerd niet. En wat is natuur. Die
schotse Hooglanders op de hei? Die zijn hier nooit geweest. Dat
zijn blijkbaar andere koeien dan van onze veehouders. Beide
soorten consumeren hetzelfde voedsel. Boeren zijn per definitie
natuurliefhebbers, alleen hebben ze een hekel aan al die
beperkingen, die vanuit de natuur aan hun bedrijf worden
opgelegd. Mogen ze ineens geen koeien meer houden, maar schotse
Hooglanders worden wel uitgezet”
Er is ook nog een ander fenomeen nl. vanwege economische reden
en zg. tekort op de brandstofmarkt en stijgende energieprijzen
gaan veel boeren over op het telen van mais, Dit product wordt
verhandeld en aan een’ bioboer’ die het product door middel van
vergisting gas opwekt en door verbanding een turbine aandrijft
en die op haar beurt stroom levert aan het openbare net.
Honderden hectaren met mais worden ontrokken van consumptie van
mens en dier. Wat vindt u van deze ontwikkeling?
“Ik kan die ondernemer wel begrijpen. Die denkt als ik voor het
mais meer geld krijg omdat ik het in dat ding stop dan in een
koe, dan kies ik voor dat ding. Ik kan dat wel begrijpen. Maar
dan zeg ik daar direct bij dat het ook alleen maar kan als de
overheid dit proces zwaar subsidieert. Zonder subsidie geen
vergisting”
Deze manier van energieproductie is dure energie?
“Er wordt door de maatschappij heel veel subsidie tegen aan
gegooid. Het is volgens mij ook geen enkele oplossing voor de
energie vraagstuk. Per saldo zeg ik -waarom zetten wij
bijvoorbeeld niet een kerncentrale ergens neer-. Ik weet dat het
omstreden is, maar wil je werkelijk wat doen aan een forse
energie-impuls en vooral ook aan CO 2 beperking, dan ontkom je
er niet aan. Heel de wereld bouwt je die dingen, maar in
Nederland zijn we daar hypocriet in. We zijn ook tegen een
kolencentrales - de meeste centrales in Nederland zijn
kolencentrales- , omdat die ook nadelen heeft, zeker wat betreft
de uitstoot van CO 2. Maar we kopen wel energie uit Frankrijk
die door kerncentrales wordt opgewekt..
Het aantal doden per jaar die in de mijnbouwindustrie en olie
vallen zijn niet te tellen”
Vandaag bent u de gast van Jose Post. Zij heeft met u een rondje
Nieuw Balinge gedaan. Wat is uw indruk?
“Ondanks het verlies van winkels en dergelijke waar wij in het
begin van dit gesprek over hadden, vind ik dit een bloeiend
dorp. Alle verenigingen die er zijn, dat is een rijkdom, daar
moet je voor zorgen dat die blijven. Daar moet het dorp en ook
de gemeente zuinig op zijn door te faciliteren in
dorpshuisvoorzieningen en dergelijke. De basis van dit alles
dient bij het dorp zelf te liggen maar de overheid heeft daarin
een voorwaarde scheppende rol. En als ik zie en hoor wat hier in
Nieuw Balinge allemaal georganiseerd wordt door verenigingen en
zo, terwijl het hier ook nog eens prachtig wonen is, ja dan denk
ik dat het een voorrecht is om hier te wonen, en misschien, en
dat is altijd zo, als je hier je hele leven hier woont, vindt je
alles zo gewoon. Maar als je een tijdje elders gewoond hebt dan
besef je pas hoe mooi het is om hier te wonen”
Even terug komen op de sportgelegenheid dat is iets wat al jaren
sleept. Al jaren roept men dat de sportaccommodatie niet meer
aan de huidige eisen voldoet. Het is fijn dat u is opgevallen
dat eh …
“Dan niet direct als gebouw, maar dan als ik kijk naar de
voorzieningen zoals toestellen en apparaten die er zijn, ik
bedoel de basisvoorzieningen die los van het gebouw zijn, vond
ik heel mager. Een springkussen waar niets meer van over is en
dergelijke. Kijk of dat gebouw een beetje te kort of te laag is
kunnen wij niet één twee drie wat aan doen. Ja dan denk ik ook
wel voor hoeveel uur in de week zou je een groter gebouw nodig
hebben. Voor het onderwijs zou dat gebouw nog prima kunnen
voldoen maar voor een paar sporten niet. Dat hoort dan weer bij
de beperkingen dat je in een dorp woont. Een atletiekbaan vindt
je in onze gemeente niet. Dat weet je, dan zul je elders moeten
zijn. Iedereen snapt ook dat hier geen binnenbad zal komen”
Toch denk ik dat de sportzaal behoorlijk intensief wordt
gebruikt.
“Dat geloof ik graag. Maar… dat die attributen zo goed als op
zijn. Dat viel mij direct op”
Tocht even terugkomen op het belang van de sportaccommodatie. De
gemiddelde leeftijd van de Nieuw Balingers ligt hoog en zal in
de komende tijd nog hoger worden. Het is van groot belang dat
ook deze bewoners fitaal blijven en, gelet op hun leeftijd, nog
meer zijn aangewezen op indoor sportactiviteiten.
“Ja, maar wil je fitaal blijven dan heb je die sportzaal
daarvoor niet nodig. Ik bedoel dagelijks door de natuur wandelen
en op de fiets stappen zorgt ook dat je fitaal blijft. Ik denk
dat voor ouderen de zaal groot genoeg is”
Er wonen hier mensen die ver in de tachtig zijn en nog steeds
zelfstandig wonen, en dat willen ze zo lang mogelijk blijven.
Tot zij niet meer kunnen. Zij willen hier niet weg en willen
hier blijven wonen. Hoe kijkt u hier tegenaan?
“Mijn eigen moeder is 85 jaar en die vindt zichzelf nog lang
niet oud. Waarom niet, omdat ze heel goed nog zelfstandig voor
zich zelf kan zorgen. Ja we weten allemaal dat, -de een wat
eerder dan de ander-, je minder mobiel wordt en dat je dan meer
zorg nodig hebt, noem het allemaal maar op. En dan weet je dat
kan allemaal niet zo kleinschalig als je echt permanente zorg
nodig hebt dan lukt dat niet in Nieuw Balinge”
Nou dat is maar nou net de vraag. Er zijn een aantal interviews
met bewoners geweest in Westerbork, die daar in een
woonvoorziening voor ouderen wonen en die hoor je toch allemaal
zeggen ‘als er een voorziening in Nieuw Balinge was geweest dan
was ik daar heen gegaan’. Zij vinden het verschrikkelijk om
daarvoor naar een andere plaats te moeten verhuizen.
“Dat kan ik mij heel goed voorstellen, dat dat zo is. Maar hoe
groot had het gebouw hier kunnen zijn? Die paar mensen die er
dan wonen, moeten totale zorg kunnen ontvangen. Het moet
allemaal betaalbaar blijven. Denk aan continu zorg, keuken en
andere faciliteiten. Je hebt daar ook allemaal personeel voor
nodig. Nogmaals het moet betaalbaar blijven. Voor kwaliteit en
continuïteit heb een bepaald minimum aantal voor nodig.
Ik hoop dat ik zolang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen in
mijn eigen huis. We willen allemaal oud worden maar oud zijn
willen we liever niet. De één heeft wel beperkingen en de ander
niet. Ik kan mij nu niet voorstellen dat ik later in een
appartementje woon. Misschien wel als ik 85 jaar ben.
Ik ken een dame uit Vlagtwedde en die werd 103 jaar. Zij woont
nog zelfstandig in een vrijstaand huis met tuintje. Ik was bij
haar en toen ik wegging zei ik, nou tot het volgende jaar. Nou
dat denk ik niet burgemeester zei ze. Ik zeg hoezo? Zegt ze ik
heb een zus die woont in Canada en daar ga ik heen, want die is
twee dagen na mij jarig. Zij wordt 100.
Ik ben ook wel eens bij een 100 jarige geweest, die al jaren op
het bed ligt”
Bent u van plan om vaker de ‘wijk in te gaan’ zoals nu samen met
José?
“Dit is absoluut niet de enige keer”
Burgemeester is Nieuw Balinge voor U een tussenstop of
eindbestemming?
“Ik heb nog nooit een ambitie gehad van ‘later wil ik dat of
dat’. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.
Een diplomatiek antwoord!
“Nee, echt niet. 30 jaar geleden zei ik dat ook al. Ik heb nooit
vermoedt dat ik nu burgemeester zou zijn. Ik ben nu 56 sinds
vorige week en over 6 jaar wanneer het ambtstermijn is afgelopen
ben ik 62. Ik weet niet of ik dan zonodig naar een grotere
gemeente moet. Die ambitie heb ik niet”
U bedoeld op dit moment niet.
“Nee de grootte doet er niet toe. Ik moet er niet aan denken
burgemeester van een grote stad te zijn”
Hebt u nog iets wat u wilt zeggen?
“Op dit moment is alles wel gezegd”.