|
Mag ik u even voorstellen…..
Afgelopen woensdag waren wij te gast bij de oudste inwoonster van
Nieuw Balinge, mevrouw Roelie Dijkhuis.

Roelie Dijkhuis tijdens een ballonvaart 3 jaar geleden waarvan ze
zichtbaar genoot
Zij is geboren in 1920 en was onlangs jarig. Haar verjaardag was een
groot feest met familie, vrienden en bekenden. Als oudste
inwoonster weet je natuurlijk veel van Nieuw Balinge. Voor ons een
goede reden om langs te gaan.
Roelie had al eens aangegeven aan haar zoon dat zij nooit een
interview wilde voor Kontakt. Ze wil zeker niet op de voorgrond
staan. ’Laat andere maar, die weten veel meer af van Nieuw Balinge’,
had zij eens gezegd.
Nou wij hebben het geweten. We kwamen om 19.00 uur en tegen 21.00
uur vertrokken wij. Hadden we zelf niet aangeven dat het eens tijd
werd dan hadden we er nu nog gezeten. Met een heerlijke kop koffie
en een prachtig uitzicht op de tuin begonnen wij te vragen.
Roelie waar stond je
ouderlijk huis?
‘Ik ben geboren aan een van de ‘dwarswieken’ van de Middenraai,
dicht aan de Twaalf Ellenweg. Ik kom uit een groot gezin. Ik had 5
zussen en 1 broer. Ik werkte bij Warrie de Boer in de
huishouding. Hij was de schoenmaker aan het zwarte dijkje te
Noordscheschut. Dit deed ik 6 dagen per week. De schoenmaker heeft
er tot 4 jaar geleden nog in gezeten. De schoenmaker haalde ook
schoenen op in Nieuw Balinge. Op zaterdag werden deze dan weer terug
gebracht. Ik hielp ook wel een mee in de werkplaats. Het was altijd
gezellig met de knechten die daar werkte. Ik heb er altijd met
plezier gewerkt ondanks dat het hard werken was. We waren
gereformeerd en gingen naar de kerk in Noordscheschut.
Ik weet nog goed dat we geen telefoon of elektriciteit hadden. Als
je iemand wilde bellen moesten we naar Nieuweroord. Bij ‘Smand’ kon
je dan bellen. De eerste telefoonnummers die hier kwamen begonnen
met 12.
Om het dorp te bereiken moesten we over de Koekoeksdijk. Dit was nog
een zandpad. Wanneer het geregend had lag het vol modder. Om bij de
Middenraai te komen moest je over een vlonder het kanaal over. Dit
is een brede plank . Als het donker was stond er een lantaarn. In
die tijd zijn er veel kinderen verdronken. De Hoogeveenseweg was er
in die tijd nog niet.
Mijn vader is op 78 jarige leeftijd overleden. Hij werkte bij de
werkverschaffing. Daarbij hadden we een stuk land bij huis wat hij
bewerkte. Zo ging dat in die tijd’.
Wanneer verliet je het
ouderlijk huis?
‘In 1942 ben ik gehuwd met Jaap Dijkhuis. Jaap woonde aan de
verlengde Middenraai bij zijn ouders. Hij was een echte Nieuw
Balinger. Direct na ons trouwen zijn we op de boerderij bij Jaap
zijn ouders gaan inwonen. We kregen drie dochters en drie zoons.
Het was een gemengd bedrijf.
Ik weet nog goed dat we een trekker kregen. Dat was in 1950. Het was
volgens mij een Allis Chalmers. Het was een hele sensatie dat we een
trekker hadden. Niet iedereen was hiervoor. De tegenstanders vonden
dat met regen het land werd vast gereden. Eerder gebruikte we
paarden om het land te bewerken.
Een broer(Geert) van Jaap is altijd op de boerderij blijven wonen.
Hij hoorde er helemaal bij. Onze 1e auto hebben we in
1961 gekocht. Volgens mij hadden wij als een van de eerste een auto.
Je moet er niet teveel van voorstellen. Als we door een plas reden
dan sloeg het water naar binnen.
In 1985/1986 hebben we de boerderij verkocht en zijn aan de
Schepersweg gaan wonen. Ik kon wel snel wennen. Alleen het uitzicht
miste ik. Verder is het een prima huis om in te wonen. Het is
alweer 10 jaar geleden dat Jaap is overleden’.
Vroeger moest u hard
werken en was er weinig tijd over. Wat doet u nu nog voor
bezigheden?
‘Toen ik nog op de boerderij woonde had ik voor negen uur het meeste
huishoudelijk werk in huis al gedaan.
Nu begin ik de dag met koffie drinken en de krant lezen. Ik moet er
nog steeds aan wennen’.
Heb je het nu dan
rustig?
“Welnee, drukker als ooit. Ik rijdt nog auto en bezoek veel familie.
Ik ga zeker 1 keer per week samen met Gees naar Westerbork om te
kaarten met de vader van Jan Stegehuis. Met de auto kom ik
gemakkelijk in Emmen, Assen en Hoogeveen. Ik heb ondertussen 19
kleinkinderen en 19 achterkleinkinderen. Dus je begrijpt dat er veel
bezoekjes zijn af te leggen.
Verder bezoek ik de gym. Ik wandel en fiets regelmatig. Het meeste
huishoudelijk werk doe ik zelf. Wel heb ik nu een hulp die 1 keer
per maand komt.
We hebben verhalen gehoord over de oorlog, de hongerwinter. De
aardappeloogst en de dobbe. Over extra voorlevering en de schepen
die naar de aardappelmeelfabrieken voeren.
Het huis ziet er keurig uit en Roelie maakt op ons nog een hele
vitale indruk. We vinden het knap ze alles nog zo goed weet. Door
haar zijn we nog nieuwsgieriger geworden naar het leven in Nieuw
Balinge in vroegere tijden.
Wij danken Roelie voor haar openhartig gesprek en wensen haar een
goede tijd en veel gezondheid toe. |