|
De redactie van het Kontakt werd vorige week
opgebeld door de heer Hendrik Prins wonende aan de
Kievietstraat.
Hij wilde terug komen op een artikel ”Lancaster
neergestort bij Nieuw Balinge” wat in een eerder
Kontakt had gestaan. Volgens hem klopte een aantal
zaken niet die daar waren opgeschreven. Hij wilde
ons graag de juiste feiten weergeven. Aangezien wij
voor een ander interview deze maand niet terecht
konden togen wij afgelopen maandagavond richting
Kievietstraat.
We vonden het al prachtig dat iemand een artikel zo
goed leest en daar zelfs informatie aan toe wil
voegen. Een bewijs dat het Kontakt heel goed wordt
gelezen!
We kwamen bij een huis met grote beelden in de
voortuin. Hendrik stond al te wachten op onze komst.
Eindelijk kon hij zijn verhaal ook eens kwijt. In
een huis vol bijzonder antiek namen wij plaats in de
woonkamer. Natuurlijk wilde wij weten met wie we te
maken hadden.
Het betreft hier Hendrik Prins 85 jaar oud. Hij is
weduwnaar(2003) van Aaltje Lunenborg. Ze hadden 2
zoons en 2 dochters. Zoon Albert is al jong
overleden. Hendrik is zijn werkzame leven begonnen
bij Philips in Hoogeveen. Na 5 jaar is hij
overgestapt naar Aardenburg NV conservenfabriek.
Later overgenomen door Unilever. Hij werkte hier
voornamelijk op het terrein van de fabriek. Hier
deed hij het onderhoud. Mooi om te horen dat ze wel
eens in de fabriek snoepte. Ze maakte er ook
taarten. Hij is op het laatst afgekeurd vanwege
hartklachten. Hij vond dit vreselijk omdat hij daar
graag werkte.

Eindelijk komen we waar de heer Prins ons over
gebeld heeft. In het artikel wordt er gezegd dat de
Lancaster ED916 PM-‘J’ neergeschoten is in 1943 om
2.30 uur.
Volgens het verhaal van de heer Prins was dit niet
1943 maar eind 1942 en om ongeveer 22.30 uur.
Hij weet dit nog goed omdat hij die avond samen met
Gerrit te Wijs vanuit Tiendeveen richting Nieuw
Balinge aan het fietsen was. Hij had daar een
meisje, Eefje Willems(zij is al overleden) en was
daar die avond op bezoek geweest. Onderweg terug
zagen ze een vliegtuig aankomen al brandend en wel.
Het vliegtuig cirkelde rond en kwam steeds lager.
Thuisgekomen(hun huis stond op het plein waar nu het
dorpshuis staat) heeft hij direct zijn ouders en
broers Gerrit en Jan wakker gemaakt en deze zijn
direct naar buiten gegaan. Op dat moment vloog het
vliegtuig al brandend richting Tiendeveen. De heer
Prins was toen even bang dat het in Tiendeveen zou
neerstorten. Omdat ze toen ’s avonds niet naar
buiten mochten vanwege de avondklok hoorde ze de
volgende dag pas dat het vliegtuig bij het laatste
huis van het oude plaggendorp was neergestort.
Het was achter het laatste huis van Koop Kreeft
terecht gekomen. Het vliegtuig is later weggehaald
met grote voertuigen.
Pas de volgende dag is de heer Prins samen met
Gerrit te Wijs gaan kijken. Hij weet nog goed dat
ze vlakbij konden komen. Er waren op dat moment veel
Duitsers bij het wrak wat nog nasmeulde. Ze hoorde
van verre al knallen en dachten dat dit de munitie
was die in het vliegtuig had gelegen. Ze zagen 2
bemannings leden dood liggen. Wat hem opviel was dat
1 van de bemanningsleden zijn vinger eraf was
gesneden. Hij denkt zelf aan goud! Een ander
bemanningslid werd op een draagbaar weggedragen.
Wanneer de heer Prins over de oorlog begint te
praten raakt hij niet uitgepraat.
Mannen geboren in 1923 en 1924 moesten verplicht
naar Hamburg om daar in de fabriek te werken. De
heer Prins is toen in 1943 ondergedoken. Hij weet
nog goed dat ze met 6 man in een groot gat bij
iemand op het erf zaten. Ook hadden ze een
schuilplaats vlakbij de ijsbaan. Hij heeft ook
angstige momenten gehad toen ze plotseling in een
huis binnenvielen waar ze ook een schuilplaats
hadden. Ze zaten onder het hooi en hoorde de
Duitsers praten. Er werd toen tegen zijn moeder
gezegd dat ze hem wel zouden vinden. Dit heeft zijn
moeder heel erg gevonden. De heer Prins zijn moeder
bleef echter volhouden dat hij in Hamburg zat en dat
ze al lang niets meer van hem hadden gehoord.
We zeggen dat hij een boek moet schrijven. De
verhalen zijn prachtig om te horen en wij kunnen de
dingen goed voorstellen hoe het geweest moet zijn.
De heer Prins zegt nu nog heel vitaal te zijn en
heeft veel meegemaakt. Hij heeft nu een vriendin,
Leida Lindenberg uit Stadskanaal en deze komt vaak
op bezoek. Hij gaat geregeld naar haar toe. Ze
kunnen het goed met elkaar vinden.
Helaas is onze tijd op en moeten wij afscheid nemen.
We bedanken de heer Prins voor zijn aanvullingen en
komen zeker nog eens terug om meer te horen.
|